Voor een goed begrip gaan we even terug in de geschiedenis. Naar het jaar 2004. In dat jaar brak de varkenspest uit en als deel van de dierziekte preventie werd toen de reconstructie van de intensieve veehouderij ter hand genomen. De Reconstructiewet die daarvoor nodig was, is na veel omwegen in 2005 door zowel Rijk als provincie aangenomen. In die Reconstructiewet wordt voor het buitengebied onderverdeeld in 3 soorten gebieden, en wel:

• het extensiveringsgebied

• het verwevingsgebied en

• het landbouwontwikkelingsgebied

Deze gebiedsindeling heeft vooral grote gevolgen voor de intensieve veehouderij.

In extensiveringsgebieden mag de intensieve veehouderij beslist niet uitbreiden en in bepaalde zones wordt de intensieve veehouderij zelfs verplaatst. Hiervoor ontvangt men dan een verplaatsingssubsidie van de provincie. Bij ons in Gelderland gaat het om ongeveer 45 bedrijven.
In verwevingsgebieden mag de intensieve veehouderij slechts uitbreiden tot een bepaalde omvang. En alleen in ontwikkelingsgebieden mag de intensieve veehouderij zich, onder voorwaarden, nieuw vestigen.

De fractie van de ChristenUnie heeft vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid steeds de opvatting gehad dat, als de overheid bepaalde gebieden wil beschermen, er ook ruimte moet zijn om veehouderijbedrijven een nieuwe ontwikkelingsplek te kunnen geven.
Een gedeelte van de gemeente Aalten is aangewezen als extensiveringsgebied en in de Achterhoek zelfs vrij grote gebieden. Daarom is de ChristenUnie bereid om ook zorg te dragen voor hervestiging.
Om die reden wil de ChristenUnie dan ook inplaatsing bepleiten voor bedrijven, komend uit de extensiveringsgebieden. Voor die bedrijven is het LOG ook bedoeld. De ChristenUnie vindt dat een bedrijf, als dat verplaatst wordt met het oog op het algemeen belang, ook een plaats binnen het LOG moet kunnen krijgen. Als voorbeeld kunnen we hierbij dan denken aan stads- of dorpsuitbreiding of aanleg van wegen.

Vanuit deze vertrekpunten, zal er dan ook voor het LOG een bestemmingsplan moeten worden opgesteld, waarin de vestiging juridisch wordt geregeld. In het bestemmingsplan zal onder meer de omvang van de bouwkavels moeten worden geregeld; wie er zich eventueel zou kunnen vestigen; of de infrastructuur moet worden aangepast en voor wie dan de kosten zijn.
Tevens zal er ook ruimte moeten blijven voor de toekomst. Want ook in de toekomst zullen er mogelijk ergens knelgevallen ontstaan en dan moet je zeker alternatieven voorhanden hebben.

Wat betreft de grootte van de bouwblokken denkt de ChristenUnie aan 1.5 ha
standaard, met mogelijk een maximum van 2 ha per bouwkavel. Dit is in lijn met de overige gebieden. Voor extensiveringsgebieden geldt op dit moment geen uitbereiding van oppervlakte en voor verwevingsgebieden geldt een maximum van 1 ha.

Voor de landschappelijke inpassing zoekt de ChristenUnie voor het LOG aansluiting bij het onlangs vastgestelde landschapsbeleidsplan van de Gemeente Aalten. De beplantingsstructuur die daarin wordt aangegeven, zal ook in het LOG moeten worden gevolgd, opdat er dan één herkenbare beplantingsstructuur komt. De kosten voor het ontwikkelen van het bestemmingsplan zullen door de gemeente moeten worden voorgeschoten. Met behulp van exploitatieovereenkomsten kunnen die kosten later worden verhaald op diegenen, die ook het economische voordeel hebben.

Ten slotte stelt de ChristenUnie nog voor aan Rijk en provincie om de termijnen voor het verkrijgen van de verplaatsingssubsidie te verlengen. De termijn van 3 jaar niet meer realistisch is, aangezien er nu al 2 jaar voorbij zijn.

Lintelo, 5 december 2007.

Johan Pennings,
fractievoorzitter van de ChristenUnie